Het is weer een mooie zonnige dag. De wekker staat om half 8 omdat we nog even rustig willen douchen. Gisteravond tijdens onze korte wandeling nog 3 possums in de boom zien zitten, wat een schattige beestjes! Het stikt ook van de vogels overal, witte papegaaiachtige vogels en ik spot nog een soort parkiet met paars oranje en groen. Uiteraard is de vogel allang gevlogen wanneer ik de camera paraat heb.
We gaan na het douchen even ontbijten en bellen om de tol te betalen. Wat een gehannes. Daarna is het even de camper (door Robin ondertussen omgedoopt tot “Hotel Apollo”)reisklaar maken en op pad. We rijden richting de Blue Mountains. Dit is ongeveer 100km rijden. Bij een infocentrum vragen we even wat over de campings en krijgen een boekje mee met wat kaartjes en de points of interest. Aan de hand van deze gegevens gaan we naar Katoomba waar we boodschappen kunnen doen. Gezien de vele wegwerkzaamheden staan we toch een aantal keer in de file, het lijkt thuis wel…
Bij de winkel blijkt een parkeerplekje vinden voor dit gevaarte is nog niet echt makkelijk maar ook dat lukt. Met het nodige proviant, bier en rum kunnen we er voorlopig mee vooruit. Vanaf de winkel is het nog een klein stukje naar Katoomba en het uitzichtpunt bekend als The Three Sisters, dit zijn drie uitstekende rotsen waar je wat mooie plaatjes kan schieten en we besluiten hier ook nog een stukje te wandelen. Dit keer met wandelschoenen (en niet met gympen zoals in Sydney) en mijn brace. Dit gaat eigenlijk verrassend goed maar we lopen de wandeling niet uit, voornamelijk doordat de parkeermeter afloopt na anderhalf uur. Al met al een mooie wandeling met vooral veel trappen en mooie uitzichtpunten, helaas geen waterval vandaag.
Na wat overleg besluiten we naar Blackheath te gaan omdat hier een camping is met internet. Dit is niet erg ver rijden en we zijn er zo. Onze GPS die we gehuurd hebben is wel een uitkomst, beppie doet het prima!
Om een uur of vier zijn we bij de camping en die blijkt helaas niet over internet te beschikken zoals aangegeven in de boekjes, dat is balen, ik heb nu nog de routeplanning niet die in mijn mail staat dankzij paps (handigheid kan je niet leren) en we weten ook niet of alle tol correct betaald is. Morgen even weer kijken en anders maar weer bellen. Zal ook wel niet goedkoop zijn.
Wel hebben we vanochtend begrepen dat de zogenoemde Bush campings, waar je dus niets hebt behalve een toilet vaak gratis zijn. Dat gaan we binnenkort wel even uitproberen.
We staan op een prima plekje en zitten even te genieten met een biertje en ons tafeltje en de stoeltjes met het nodige geschreeuw van de witte papegaaien op de achtergrond. Het is nog steeds goed weer al zijn er wat wolkjes voor de zon gekomen. Laten we hopen dat het in ieder geval droog blijft. Er zijn in ieder geval genoeg muggen hier, Robin is al twee keer gestoken in tien minuten waarvan één keer door zijn broek heen. We gaan voor het eten nog een stukje over de camping wandelen, de camera gaat mee. Het is best een aardige camping en overal zie je papegaaien en parkieten vliegen maar echt mooi op de foto wil steeds niet lukken. Als we vlakbij de camper zijn zien we in de boom ineens zo’n wit beesie zitten, en verrek, er zitten er nog een aantal op het pad achter ons. We lopen er langs en kunnen ze uitgebreid bewonderen.
Terug bij de camper gaan we naar binnen, het koelt snel af en het is toch bijna etenstijd. Dus ga ik nu voor het eerst koken in ons campertje. Dat gaat prima alleen komen we er achteraf achter dat er geen afwasborstel of schuurspons te vinden is. Niet handig. Morgen even kopen.
Zoals het er nu uitziet gaan we morgen nog een stukje wandelen en daarna onderweg in de richting van Port Nelson waar je dolfijnen kan spotten.
